• Webstek van de LHC Plutonica
Home > Studentenleven > Albrecht Rodenbach

Albrecht Rodenbach

Albrecht Rodenbach werd op 27 oktober 1856 geboren te Roeselare en is een bekend Vlaams dichter en schrijver.

Hij was de oudste van tien kinderen. Hij trok in 1872 naar het kleinseminarie van Roeselare, dat een leidinggevende rol bezat in de allereerste uitingen van de Vlaamse Beweging. Van 1856 tot 1860 was Guido Gezelle daar leraar en hij bracht zijn leerlingen de liefde voor hun moedertaal bij. Er ontstond een Vlaamsgezinde geest bij de leerlingen en de blauwvoeterij was geboren. In die tijd was Hugo Verriest leraar in de retorica en voorzitter van de lettergilde. In 1875 echter ontstond er een conflict toen de leerlingen besloten op het feest van de superior uitsluitend Vlaamse liederen te zingen. Na dit incident werd Jules Devos weggezonden. Hij was een klasgenoot van Rodenbach en een leidende figuur van de blauwvoeterij. De spanning verminderde echter al snel toen de superior terecht gewezen werd door de bisschop van Brugge, zelf een oud-leerling van het kleinseminarie.

Toen Albrecht Rodenbach in oktober 1876 student in de letteren en wijsbegeerte werd aan de Alma Mater probeerde hij onmiddellijk zijn dromen waar te maken. Hij werd lid van Met Tijd en Vlijt en op zondag 5 november 1876 hield hij daar zijn eerste lezing uit eigen werk. In februari 1877 stichtte hij met de hulp van professor Pieter Alberdingk Thijm een studentenafdeling van het Davidsfonds. Tussendoor onderhield hij ook nog contacten met andere studenten doorheen Vlaanderen, hij hield spreekbeurten en hij schreef bijdragen voor de Vlaamsche Vlagge.

In 1877 ontstond het Algemeen Vlaams Studentenverbond dat de ambitie had om de studentenbeweging op de middelbare scholen in gans Vlaanderen te bundelen. Het plan was uitgegaan van Pol De Mont, een oud-leerling van het kleinseminarie van Mechelen, die door bemiddeling van Zeger Maelfait de steun kreeg van Albrecht Rodenbach. Iedere provincie, behalve Limburg, kreeg een gouwleider en Albrecht Rodenbach werd algemeen voorzitter en speelde een leidende rol op de algemene vergadering van april en september 1877. Het bestuur organiseerde in 1877 en 1878 studentenlanddagen in Gent en gaf Het Pennoen uit als contactorgaan tussen leerlingen en studenten. Pol De Mont en Albrecht Rodenbach waren de voornaamste redacteuren van dit viermaandelijks tijdschrift, dat in januari 1878 voor het eerst verscheen. Zij besteedden weinig aandacht aan politieke acties maar spoorden hun lezers aan zichzelf te vormen tot echte Vlamingen omdat het onderwijs op dat vlak schromelijk tekort schoot.

In 1878 behaalde Rodenbach zijn kandidaatsdiploma en ging rechten studeren. Toen Albrecht Rodenbach in oktober 1878 zijn derde jaar aan de universiteit aanvatte, was zijn houding helemaal veranderd: de activiteiten in het studentenleven schonken hem geen voldoening meer, hij zocht steeds minder contact met zijn Vlaamse vrienden, hij nam ontslag uit de redactie van Het Pennoen en hij maakte zelfs vrienden onder de Waalse studenten. Daarnaast had hij niet alleen te lijden van een slepende longaandoening, hij moest ook nog een onbeantwoorde liefde verwerken. Al deze elementen lagen aan de basis van zijn negatieve en sarcastische levenshouding. Op woensdag 23 juni 1880, nauwelijks 24 jaar oud, stierf Albrecht Rodenbach te Roeselare aan de tering maar de idealen waarvoor hij ooit intens had geijverd zouden nog decennia lang blijven voortleven. Door het vroegtijdig overlijden van Albrecht Rodenbach en de verzwakte belangstelling van Pol De Mont viel het eerste Algemeen Vlaamsch Studentenverbond echter in 1880 uiteen.

Rodenbach schreef onder meer bekende flamingante liederen en gedichten zoals De Blauwvoet, Klokke Roeland, het Kerelslied, De vedel aan de zijde, Al zingen 't vrije lied, en de zogenaamde Psalm van Rodenbach. De teksten van zijn eerste reeks gedichten vind je hier. In 2002 verscheen een biografie over hem van de hand van Romain Vanlandschoot. Er is ook een webstek over Rodenbach.

Het KVHV organiseerde Rodenbachherdenkingen in 1905, 1930 en 1956. Telkens werd er een gedenkplaat onthuld aan het huis in de Kortestraat waar Rodenbach gewoond had. Dit huis werd in beide wereldoorlogen verwoest. Ook de NSV organiseerde een Rodenbachherdenking in 2006. De vzw Albrecht Rodenbach Roeselare bracht in 2006 de cd Als de Kerels te gare zijn uit. Deze cd bevat de gezongen versie van een tiental liederen van Rodenbach en ook een twintigtal andere Vlaamse liederen.