• Webstek van de LHC Plutonica
Home > Archief > Statuten 17 april 1997

Statuten (17 april 1997)
GECOÖRDINEERDE STATUTEN VAN DE FEITELIJKE VERENIGING
LIMBURGSE HOOGSTUDENTENCLUB "PLUTONICA"

DEFINITIE

1. De Limburgse Hoogstudentenclub Plutonica is een studentenclub waarvan de leden door het bestuur uitgenodigd worden. Gewone leden zijn Limburgers of mensen die in Limburg gestudeerd hebben. Ook anderen kunnen als lid of erelid door het bestuur aanvaard worden. Ereleden zijn mensen die de club steunen door hetzij een geldelijke bijdrage, hetzij in natura. Commilitones honoris causa zijn commilitones of oud-leden van andere studentenverenigingen of van de eigen club die zich onderscheiden hebben door hun buitengewone verdiensten ten gunste van de club.

BESTUUR

2. Het bestuur van de club bestaat uit een kernpraesidium, zijnde de praeses (of senior) die verplicht uit Limburg afkomstig is, die geen praesesschap bekleedt in een andere club, die verplicht in Leuven studeert of er zijn (studie)residentie heeft en bij voorkeur in Limburg gestudeerd heeft; de vice-praeses, tevens maior schachtorum; de ab-actis, die tevens scriptor is en de quaestor. De functies van dit kernpraesidium moeten steeds bezet worden. Het bestuur kan worden uitgebreid met een cantor en een dominus morum. Aan deze functies is echter geen stemrecht verobnden, tenzij het kernpraesidium anders beslist. Deze personen kunnen in geen geval een vetorecht uitoefenen. Kernpraesidiumfuncties kunnen niet gecumuleerd worden. Alle oud-praesides maken, voor zover zij nog student zijn, ex officio deel uit van het praesidium. Zij bekleden hierin echter een adviseursfunctie, zonder stemrecht te hebben.

3. De praeses benoemt en ontslaat formeel het praesidium. Minstens eenmaal per academiejaar moet er een nieuw bestuur worden aangeduid. Het bestuur wordt bij consensus aangeduid door het zittende praesidium. Indien dit echter niet tot een overeenkomst komt, of als de helft van de leden erom vragen, moet er tot stemming worden overgegaan. Dit geldt echter niet voor de praesesfunctie, waarover er dan binnen het zittende praesidium gestemd wordt. De meerderheid van de stemmen is hierbij vereist. Iedereen die voldoet aan de voorwaarden in paragraaf 2, kan zich kandidaat stellen. Bij staking der stemmen heeft de praeses steeds de doorslaggevende stem. Bij stemmingen moet steeds het kernpraesidium aanwezig zijn. Iedere ouderejaars kan zich kandidaat stellen voor een praesidiumfunctie. Voor elke te begeven functie wordt er een aparte stemming gehouden. Ieder lid, de schachten inbegrepen, heeft stemrecht. Elke stemming is geheim en schriftelijk. Een stemming kan slechts uit één ronde bestaan, behalve bij een ex aequo. Als er bij de tweede stemming nog steeds taking der stemmen is, heeft de nieuwe praeses de doorslaggevende stem.

4. Elk praesidiumlid verbindt zich ertoe zijn/haar taak naar behoren en best vermogen ter harte te nemen. Dit houdt in: - in de mate van het mogelijke - regelmatig aanwezig zijn op de clubavonden, praesidiumvergaderingen en door Plutonica georganiseerde activiteiten. Praesidiumleden zijn verplicht aanwezig op die activiteiten waar hij/zij een specifieke taak moet vervullen (schachtenmeester op de cantus, quaestor op fuiven, cocktailavonden, ...).

5. Zonder de instemming van de nieuw verkozen praeses kan er geen nieuw praesidium aangeduid of verkozen worden. De praeses kan een gemotiveerd veto stellen tegen een verkozen kandidaat. In dit geval moet de stemming op een latere datum worden overgedaan. Dit kan slechts gebeuren nadat de betrokkenen gehoord werden en nadat het advies van prominente oud-leden, praesidiumleden en leden werd ingewonnen.

6. De praeses heeft het recht om een praesidiumlid wegens zwaarwichtige redenen te ontslaan. Hieronder moet verstaan worden: het niet naar behoren uitoefenen van zijn/haar functie, herhaaldelijke ongeoorloofde afwezigheid of doelbewust boycotten van de interne werking, flagrant wangedrag tegen leden van Plutonica of bevriende studentenverenigingen of in de kleuren van de club. Het praesidiumlid krijgt wel de kans zich te verdedigen. Het ontslag kan best voorafgegaan worden door één of meerdere waarschuwingen. De praeses waakt erover een zekere wijsheid en bedachtzaamheid in acht te nemen.

7. Het bestuur neemt de beslissingen met een gewone meerderheid. Elk bestuurslid heeft één stem. Bij staking van de stemmen heeft de praeses de doorslaggevende stem. Om geldig te stemmen moeten er minstens drie bestuursleden aanwezig zijn, onder wie de praeses. Elk bestuurslid kan een praesidiumvergadering samenroepen, die dan binnen de week dient gehouden te worden. De praeses waakt erover dat er regelmatig bestuursvergaderingen worden gehouden. Bij stemmingen over grote financiële uitgaven (boven de 5000 BEF), het ontgroenen van de schachten en uitsluiten van leden moeten alle kernpraesidiumleden aanwezig zijn. Over de eerste twee onderwerpen heeft elk praesidiumlid een vetorecht. Het lidmaatschap van de club kan enkel ontnomen worden door een drievierdemeerderheid binnen het kernpraesidium (zie tuchtreglement). Dit geldt ook voor statutenveranderingen. De praeses kan hiertegen ten allen tijde zijn veto stellen.

LEDEN

8. Lid van Plutonica is iedereen die de clubkleuren aanvaart, d.w.z. gedoopt is, en zich bekent tot de principes van de vereniging, d.w.z., dat hij/zij zich houdt aan de statuten en de beginselverklaring van de club. De beginselverklaring wordt eenmaal per jaar in het clubblaadje gepubliceerd. Bij het niet naleven van deze regels, dient het praesidium sancties te treffen.

9. De leden van de club gedragen zich respectvol voor praeses, praesidium en elkaar. Zij mogen vrij hun mening uiten, maar zullen erover waken dit te doen in een constructieve geest van vrienschap, broederlijkheid, eerbied en vertrouwen. Elk lid werkt naar eigen vermogen mee aan de werking van de club. Dit houdt in dat het zo mogelijk de activiteiten en clubavonden bijwoont.

10. Van alle leden van de club wordt verwacht dat zij zich immer stijlvol en eervol gedragen en de kleuren van de club verdedigen. De club kan nooit een maatschappelijk of politiek standpunt innemen. Alle leden waken erover geen politieke uitingen te doen als vertegenwoordiger van de club. Het praesidium ziet hier streng op toe en past waar nodig sancties toe. Eventuele schade, waarvan werd aangetoond dat ze werd aangericht door een clublid of ex-clublid tijdens zijn/haar lidmaatschap, zal terstond en onvoorwaardelijk worden vergoed door de persoon in kwestie aan de schadelijdende.

11. Iemand kan als nieuw lid aangezocht woden door het bestuur of als lid voorgedragen worden door een lid van Plutonica. Men kan zich ook als nieuw lid bij de vereniging aanmelden. Het kernpraesidium behoudt zich het recht voor kandidaat-leden te weigeren op basis van deze statuten, de clubcodex of de beginselverklaring. Bij opname in Plutonica wordt het lid beschouwd als zijnde in een observatieperiode. Wanneer hij/zij gedoopt wordt, wordt hij als schacht aanvaard, d.w.z. als kandidaat-commilito. Plutonica volgt hiervoor de artikelen 7, 9, 152 en 154 van de officiële Leuvense Clubcodex (uitgave 1993).

TUCHTREGLEMENT

12. Volgende inbrueken kunnen leiden tot het in werking treden van het tuchtreglement:
     a) moedwillig fysiek of psychisch geweld tegen een commilito of daarmee gelijkgesteld persoon
     b) handelingen die Plutonica als vereniging schade berokkenen, zowel moreel als materieel

13. De praeses (of eventueel zijn vervanger) kan onder vier ogen een waarschuwing uitspreken. Drie waarschuwingen leiden ex officio tot een blaam. De blaam wordt publiek uitgesproken door de praeses (of eventueel zijn vervanger) en behelst de uitsluiting van één of meer activiteiten van de club.

14. Het kernpraesidium kan een lid tijdelijk uitsluiten. Deze uitsluiting wordt publiek uitgesproken door de praeses. Het uitgesloten lid mag gedurende die periode niet deelnemen aan clubactiviteiten en verliest zijn rechten als commilito (dragen van kleruen, deelname aan activiteiten van bevreinde verenigingen, ...). De uitsluiting geldt voor de termijn van minimaal één week en maximaal drie maanden.

15. Het kernpraesidium kan een lid uitsluiten. Deze uitsluiting wordt publiek uitgesproken door de praeses. Het lid wordt in dit geval uit de club verwijderd. Een uitgesloten lid kan echter een volgend academiejaar opnieuw aansluiten in de hoedanigheid van nieuw lid, d.w.z. met het opnieuw doorlopen van doop, schachtenperiode, ontgroening, ... Bij uitsluiting kan een termijn bepaald worden waarin het uitgesloten lid geen nieuwe aanvraag tot lidmaatschap kan indienen. Wordt er geen nieuwe termijn bepaald, dan kan een nieuwe lidmaatschapsaanvraag ten vroegste ontvankelijk zijn in het volgende academiejaar.

16. Het kernpraesidium kan een lid royeren. Dit behelst een definitieve, oneervolle uitsluiting van de club, zonder recht op terugkeer.

17. Een uitgesloten lid is verplicht zijn clubpetje en -lint, evenals alle eventuele andere Plutonica-kentekenen in te leveren.

18. Een praesidiumlid dat een blaam krijgt of dat tijdelijk uitgesloten wordt, wordt ex officio uit het praesidium ontslagen en kan gedurende het lopende academiejaar geen praesidiumfunctie meer vervullen.

19. Ieder lid dat een inbreuk vaststelt, hij weze betrokken partij of niet, meldt zulks aan het praesidium. De praeses (of zijn vervanger) roept, als de ernst van de feiten dit noodzaakt, het praesidium in vergadering bijeen en beslisst over het al dan niet opstarten van de tuchtprocedure. Als een praesidiumlid betrokken partij is, neemt hij niet deel aan de beraadslagingen.

20. De praeses kan een waarschuwing of blaam naar eigen goeddunken uitspreken, mits inachtneming van een zekere bedachtzaamheid. Hij kan dit natuurlijk ook voorleggen aan het bestuur. Tijdelijke uitsluiting, uitsluiting en royement moeten steeds door het bestuur behandeld worden. Bij gevoelige zaken kan men eventueel een Raad der Wijzen samenreopen, bestaande uit oud-senioren, oud-leden en (oud-)leden van andere studentenverenigingen.

21. Elk lid heeft het recht zich te verdedigen tijdens de tuchtprocedure. Alle partijen dienen gehoord te worden.

UITERLIJKE KENTEKENEN

22. De dies natalis van de club is 20 oktober (1993).

23. De kleuren van de club zijn blauw-wit-groen, met wit als hoofdkleur. Het groen en het wit staan voor de Limburgse gouw, het blauw voor de KU Leuven. De praeses draagt een praeseslint (cfr. Studentencodex, uitgaven 1993, art. 102). De maior schachtorum draagt twee gekruite linten wanneer hij in functie is. Ouderejaars dragen het clublint over de rechterschouder met het blauw boven, schachten over de linkerschouder. Oud-senioren dragen een praeseslint met de vermelding van de jaren waarin zij de praesesfunctie uitoefenden. Een honoris-causalint verschilt enkel van een gewoon clublint doordat het voorzien is van twee gekruiste eikenbladeren in goud of zilver. Ouderejaars dragen clubpetjes (cfr. Studentencodex, uitgave 1993, art. 113). Clubpetjes worden niet op straat gedragen en enkel afgezet als men tempus verkrijgt. De kleuren van de club hebben altijd voorrang op de eigen activiteiten. Zo mogelijk wordt op alle andere activiteiten georganiseerd door studentenverenigingen, de eigen kleuren gedragen. Voor schachten die lid zijn van het KVHV, gaat de Verbondspet voor op andere petten.

24. Het wapen van de club is als volgt: zie bijlage 1.

25. Het clublied is als volgt: zie bijlage 2.

26. Alle leden van de club worden geacht volgende liederen van buiten te kennen: Io Vivat (strofen 1-3), Limburgs gildelied, Vlaamse Leeuw (strofen 1-2) en het Wilhelmus (strofen 1-6), even als het clublied.

WERKING

27. De praeses staat in voor het verloop van de clubavonden en de catnussen. De club organiseert in het academiejaar van oktober tot en met maart minstens één activiteit per week, behalve in de kerstvakantie. Indien de praeses in de onmogelijkheid verkeert aanwezig te zijn, dan wordt hij op clubavonden vervangen door de vice-praeses of een ander bestuurslid, op cantussen door een oud-senior of een bestuurslid. Op cantussen probeert hij zich zo mogelijk te houden aan de Plutonicaanse cantustraditie. De praeses is ook verantwoordelijk voor de externe werking en de public relations van de club.

28. De schachten worden gedoopt door de maior schachtorum. Deze draagt tot de ontgroening de verantwoordelijkheid voor de schachten. De dop bestaat uit een aantal opdrachten van ludieke aard. De schachten worden ontgroend door de praeses, die samen met de rest van het kernpraesidium beslist wanneer en of de ontgroening zal plaatsvinden. Eerstejaars mogen echter niet voor het derde trimester ontgroend worden. Senioren en prosenioren van andere studentenverenigingen moeten geen schachtentijd doormaken.

29. Het bestuur beslist over de clubnaam op voorstel van het lid in kwestie. De naam wordt gegeven bij de doop. De naamconventie is als volgt: de clubnaam eindigt op -OS en bestaat bij voorkeur uit twee lettergrepen.

30. De ab-actis zorgt ervoor dat er minstens drie clubblaadjes vper jaar verschijnen en ziet erop toe dat alle leden en oud-leden hiervan een exemplaar ontvangen. Ook moet hij/zij het archief verzorgen en zorgt hij/zij ervoor alle leden en oud-leden tijdig op de hoogte te brengen van de clubactiviteiten.

31. De quaestor beheert de clubkas. Hij heeft de verantwoordelijkheid de rekeningen te betalen en eventuele initiatieven ter spijzing van de clubkas voor te stellen. De praeses dient altijd op de hoogte gehouden te worden van alle financiële verrichtingen. Maandelijks dient de quaestor een volledig rapport in over de financiële toestand van de club. Voor geldelijke transacties van meer dan 2000 BEF is de goedkeuring van het praesidium vereist. De praeses kan onder dezelfde voorwaarden over het geld van de club beschikken, doch enkel met medeweten van de quaestor. Het clubgeld moet gebruikt worden ten voordele van alle commilitones.

32. De oprichters (Jorgen Colsoul, Peter Dirix en Marie-José Koene) blijven ten allen tijde lid van de club. Zij worden altijd op de hoogte gehouden van alle activiteiten en de gang van zaken. Zij kunnen samenkomen om een veto uit te spreken over de aanstelling van een nieuwe praeses of zware statutenwijzigingen. Dit artikel is niet voor wijziging vatbaar. De opeenvolgende praesidia zullen er trouwens over waken deze statuten niet nodeloos te wijzigen.

33. Op het moment dat er drie oud-senioren afgestudeerd zijn, wordt er een beheerraad opgericht door deze drie mensen. De beheerraad zal haar eigen statuten dan opstellen. Zij zal ook een afspraak maken met het Plutonica-bestuur van dat jaar over de relaties tussen beheerraad en club.

Opgesteld:

Diepenbeek, 20 oktober 1993,
door Michaël Goorts en Peter Dirix

Gewijzigd:

Diepenbeek, 28 januari 1994,
door Peter Dirix en Michaël Goorts

Heverlee, 22 november 1994,
door Peter Dirix, Jorgen Colsoul, Marie-José Koene, Michaël Goorts en Veerle Valkeneers

Leuven, 12 oktober 1995,
door Jorgen Colsoul, Wouter van den Meersch, Peter Dirix en Marie-José Koene

Leuven, 17 april 1997,
door Peter Dirix, Wouter van den Meersch, Marie-José Koene, Kristof Kinschots, Jan Schenkel, Patrick Logiste en Jorgen Colsoul